Moet je als leerkracht veel van voeding weten?

Leerkrachten hoeven zelf niet alles van voeding te weten want ze gaan samen met leerlingen op ontdekkingstocht. Leerkrachten worden ondersteund door het inspiratieboek met achtergrondverhalen en opdrachten. In een workshop voor leerkrachten wordt aan de hand van bijbehorende voedselschatkistjes heel concreet getoond hoe je op een laagdrempelige en eenvoudige manier de complexe wereld van voedsel kunt onderzoeken. Aansluitende programma’s van musea, schooltuinen, boerderijeducatie en smaaklessen bieden ook verdieping op deelonderwerpen.

Koken op school

Hoe belangrijk is het koken op school?

• De laagdrempelige proefjes van de voedselschatkistjes zijn de eerste stapjes naar zelf koken die simpel zijn maar impact maken op de leerlingen omdat het iets echts is.
• De recepten uit het boek komen voort uit de diverse thema’s en hebben verschillende niveaus. Van heel eenvoudig, begeleid door de leerkracht alleen, tot een kookevent met de hele klas begeleid door professionele zzp-ers eventueel ondersteund door ouders die ervaring hebben met koken. Er kan ook worden gekozen voor het meegeven van het recept om thuis te maken.
• De workshop broodbakken voor leerkrachten sluit aan bij recepten uit de hele leerlijn maar ook bij het thema gezonde lunch op school. Als leerlingen 1 x op de basisschool zelf hun broodje bakken of zelf zout maken voor hun eitje zullen ze dat moment én de informatie daar rondom nooit meer vergeten. Het koken is een kans om grote impact te maken. De geur van gebakken brood of zelf gemalen specerijen kan een sterke herinnering vormen.

Wat kenmerkt de recepten?

De recepten uit de wereldkeuken die in de leerlijn staan zijn een samenballing van een historisch verhaal, handwerk maar herbergt ook statements over vriendschap, over de tijd nemen, groots genieten door kleine zaken, aandacht en waardering voor grondstoffen. Er zit een mate van vertraging in om de aandachtigheid te voeden maar er wordt ook versneld en doorgepakt. De recepten staan voor meer plantaardig eten, meer plantaardige eiwitten, bruinbrood (vezels), zaden en noten, minder suiker en zout, meer water drinken.